Koen Broos

Interview: Tristan Versteven & Alain Craens over Egmont

Foto's: Koen Broos en Tristan Versteven

Iets meer dan twee jaar na de geplande datum, gaat in september onze nieuwe muziektheaterproductie Egmont in première; een samenwerking tussen Het Banket, I SOLISTI en Vlaams Radiokoor. Alain Craens bewerkte Beethovens muziek en schreef ook een eigen compositie. Tristan Versteven en Brechtje Louwaard (Het Banket) zorgden voor de tekst. We gingen met Alain en Tristan in gesprek om wat meer inzicht te geven in hoe een dergelijke productie tot stand komt.

Wat is muziektheater voor jullie?

Alain: Als ik aan producties zoals deze meewerk, vraag ik me altijd af of het doorsnee publiek weet wat muziektheater is, of althans wat wij ermee bedoelen. Is dat dan muziek met theater of theater met muziek? Of hoe werkt dat precies?

Tristan: Klopt, toen we bij Het Banket voor het eerst dergelijke producties maakten, hadden we niet het gevoel dat we iets nieuws op scène brachten. Muziek en tekst combineren werd al veel eerder gedaan. Toch hoorden we van mensen dat wat we brachten nieuw en verrassend was. Het verschil zit denk ik in het feit dat we muziek  en woord niet als twee aparte dingen beschouwen, maar ze net zo goed mogelijk proberen te integreren. Het  woord prikkelt de fantasie, waardoor de muziek ook een extra betekenis krijgt en op haar beurt de fantasie verder kan prikkelen.

Alain: Het is inderdaad niet zo dat het aan de ene kant de muziek is en aan de andere kant de vertelling; of dat de muziek alleen maar illustreert wat we al gehoord hebben in de tekst. 

Tristan: Beide componenten zijn evenwaardig. In muziektheater vertelt de muziek mee een deel van het verhaal. Het belangrijkste aspect is net dat muziek, zang en tekst samen het verhaal vooruit helpen. 

Waarom kozen jullie voor het verhaal van Egmont?

Tristan: Enerzijds omdat de productie normaal gezien in 2020, het Beethovenjaar in première had moeten gaan, maar dat is zeker niet de enige reden. Er zijn zoveel momenten in onze eigen geschiedenis waarover ik verbaasd ben dat we er zo weinig over weten. Als je mensen vraagt naar Egmont of Graaf van Horne,  gaat er hier en daar wel een belletje rinkelen, maar er zijn er maar weinigen die écht weten waar deze mensen voor stonden. Het is zo’n spannend verhaal, maar we weten het niet meer. Op zich is het niet alleen het historische dat heel belangrijk is, het gaat er ook om dat zij voor een groot deel bepaald hebben wat we nu zijn, dat er een België en Nederland is. De zaadjes voor wat later de Belgische revolutie werd, zaten er al van in het midden van de zestiende eeuw. Daar werd al besloten om niet meer als een verenigd Lage Landen verder te gaan, maar werden de Zuidelijke Nederlanden Spaans-katholiek en de Noordelijke Nederlanden protestants. Graaf van Horne, Willem van Oranje en Egmont hadden een bijzonder modern maatschappijbeeld, ze waren hun tijd ver vooruit met hun samenleving waarin protestanten en katholieken naast elkaar moesten kunnen leven, waar godsdienstvrijheid en vrijheid van meningsuiting gold. Zij waren al bezig met de scheiding van kerk en staat. Hun ideeën zijn ook vandaag nog brandend actueel, zij deden uitspraken die ook vandaag nog zouden kunnen vallen.

Hoe pakken jullie het aan om de theatertekst te schrijven?

Tristan: Brechtje en ik hebben deze tekst samen geschreven. We werken eigenlijk heel complementair.  Uiteraard liggen er heel veel gesprekken aan de basis, ontrafelen we de hele geschiedenis en hebben we ook de tekst van Goethe gelezen, op zoek naar elementen in het verhaal die ook mensen van vandaag nog prikkelen. Daarna is het zoeken naar een structuur en manier van vertellen. Eens de juiste taal gevonden is, denken we ook na over hoe alles op de scène tot zijn recht kan komen. Daarbij hebben we ook al aandacht voor waar muziek komt. Vroeger gingen we daar vrij voorzichtig mee om, maar intussen is het niet meer de eerste muziektheaterproductie die we maken en kunnen we zeggen dat we al beter aanvoelen hoe we beide componenten in elkaar kunnen laten overvloeien en evenwaardig op scène kunnen brengen.

Hoe hebben jullie dan het inhoudelijk aangepakt of wat is het uitgangspunt van de voorstelling? 
Tristan: Inhoudelijk hebben we met dit verhaal eigenlijk een soort ‘driestap’. Er is uiteraard het verhaal van Egmont zelf, dat zich afspeelt in de zestiende eeuw. In de negentiende eeuw maakten Beethoven en Goethe er een stuk over, vanuit hun eigen achtergrond. In die tijd werd Napoleon eerst op handen gedragen omdat hij de Verlichting verspreidde in Europa, maar hij werd al snel meer en meer als tiran en dictator gezien, waardoor Beethoven zijn ideeën om Napoleon te verheerlijken verwerpt en vanuit dat gevoel het idee krijgt om muziek te schrijven op de tekst van Goethe. Brechtje en ik vertellen dit verhaal vandaag vanuit ons standpunt, met beide vorige stappen in het achterhoofd. Wat Beethoven wel deed, is enorm de romantische tour opgaan en Egmonts liefdesverhaal uitspinnen.

En voor welke focus hebben jullie gekozen? 

Tristan: Wij wilden vooral focussen op het politieke, omdat daarin de koppeling naar vandaag zit. Vrijheid van meningsuiting, godsdienstvrijheid en hoe je vredevol kan samenleven met al die verschillende meningen naast elkaar; dat speelt vandaag ook heel erg. Het uitgangspunt van onze voorstelling is het politieke verhaal en de twijfels van Egmont. Ons verhaal speelt zich ook af in de cel van Egmont, vlak voor zijn terechtstelling, waarbij hij terugdenkt aan drie sleutelontmoetingen: met Margaretha van Parma, met Willem van Oranje en met Alva.

 

"De eerste repetitie waar wij de muziek voor het eerst live horen, dat is een wonderlijk moment."

 

Hoe kies je de muziek en hoe ga je daar dan mee aan de slag?

Alain: Brechtje en Tristan hadden in hun tekst al plaatsen gemarkeerd waar muziek zou komen en ze hadden in vele gevallen ook al suggesties gedaan voor welke muziek uit het oeuvre van Beethoven in aanmerking kwam. Zij hadden heel veel muziek van Beethoven beluisterd en zich niet beperkt tot de muziek van Egmont, op zoek naar de juiste sferen voor deze vertelling. Hoewel ik de vrijheid had om nog andere suggesties te doen, heb ik die keuzes gerespecteerd; het zat ook naar mijn aanvoelen goed.

Jullie hebben daarnaast ook een nieuwe compositie gemaakt?

Alain: Daar gaven Brechtje en Tristan mee waar die in de voorstelling zou passen en welke sfeer en gevoel ze zou moeten oproepen. De basis om dan van te vertrekken is de gekozen bezetting. Het is geen symfonisch orkest, maar een kleiner ensemble van blazers en slagwerk, aangevuld met koor, wat voor mij een dankbare bezetting is. Ook in de symfonieën van Beethoven hebben de blazers vaak de thema’s. Het werken met een kleiner ensemble biedt echter meer flexibiliteit. In de nieuwe compositie zou je denken dat het terug met de Ouverture begint, maar die gaat dan langzaam aan over in mijn eigen toonspraak. Voor het koor kreeg ik van Brechtje en Tristan een aparte tekst die vooral kernwoorden en korte zinnen bevatte. Dat was ideaal om in een meer hedendaagse muzikale taal te gebruiken en niet door de tekst opnieuw in een romantisch idioom te vervallen.

Tristan: Dat was ook een bewuste keuze. De verteller spreekt al in volzinnen, als het koor dat dan ook nog doet, dan is dat alleen maar meer van hetzelfde, we vonden het leuker en belangrijker om meer contrasten te creëren. Het was ook fijn voor ons om op die manier tekst voor het koor te kunnen aanleveren. In het oeuvre van Beethoven is het bijzonder moeilijk om koormuziek te vinden met tekst die aangeeft waar wij  ons in het verhaal van Egmont situeren. Een alternatief was om nieuwe tekst op bestaande muziek te  schrijven, maar ook dat is bijzonder moeilijk om alles te laten kloppen. Omdat Alain toch nieuwe muziek zou schrijven, was dit voor ons ideaal en een leuke samenwerking om tekst en muziek als één geheel te  kunnen verweven. Op die manier hebben we twee jaar geleden ook Landru kunnen maken met Frederik  Neyrinck. Dat was voor ons absoluut een heel aangename manier van samenwerken.

Alain: Ik heb verder, ook in mijn eigen muzikale taal, vooral thematisch gewerkt. Beethoven werkte heel veel met motieven, iets wat ik behouden heb zodat het idee van schrijven aangehouden blijft. Het publiek zal in de hele voorstelling herkenningspunten kunnen vinden die terugkeren.

Tristan: Wat de arrangementen betreft, hadden we inderdaad al een suggestie gedaan van de werken die we zouden willen gebruiken. Maar wij zijn ook niet de grootste muziekkenners, dus we weten ook niet altijd of onze vragen voor een componist haalbaar zijn.

Alain: Ik vond de muziekkeuze heel leuk en goed, maar sommige dingen zijn inderdaad niet altijd even eenvoudig. Zo zit er bijvoorbeeld ook een pianosonate in. Een piano heeft een pedaal om alles te laten klinken; bij het omzetten voor blazers moet je er natuurlijk rekening mee houden dat zij moeten ademen, het moet comfortabel blijven om te spelen. Maar ik denk wel dat ik daarin geslaagd ben. Ook vind ik het belangrijk bij een arrangement dat je bij het beluisteren niet meteen het gevoel krijgt dat het een bewerking is. Het moet klinken alsof het een origineel werk is, dat is toch steeds mijn uitgangspunt als ik arrangementen schrijf. Al is er natuurlijk ook een grens aan hoever je kan gaan in die bewerkingen. Ik heb wel zo goed mogelijk de toonspraak van Beethoven proberen te respecteren. Ik heb dezelfde akkoorden behouden en ben ook van de melodieën afgebleven, het moet nog steeds Beethoven blijven. Wel heb ik  ingrepen gedaan in de instrumentatie uiteraard en hier en daar ook in de vorm.

Waarom vonden julie het belangrijk om ook een koor te betrekken? 

Tristan: We vonden het vooral heel interessant om er zang bij te betrekken. Muzikanten kan je niet zomaar een andere rol geven dan spelen. Het koor kan ook een rol krijgen zoals de acteurs en kan op die manier de schakel worden tussen acteurs en muzikanten. Zij worden als het ware de verbinding tussen twee werelden.

Alain: Er zijn ook passages waarbij ik het koor als instrument inzet, waarbij ze geen woorden of zinnen zingen, maar wel klinkers; of passages waar met Sprechstimmen gewerkt wordt. Op die manier geven we ook een andere dimensie aan het koor.  



Hoe passen jullie dan alles in elkaar?

Tristan: Dat is het spannende dat nu volgt. Wij hebben als tekstschrijvers met beperkte muzikale kennis onze input gegeven over wat we wilden. Alain is daarmee aan de slag gegaan, maar daarbij gaan we elk voor een groot deel onze eigen weg. Binnenkort is er een eerste repetitie waar wij de muziek voor het eerst live zullen horen en waar opnames gemaakt worden waarmee we dan aan de slag kunnen gaan om alle puzzelstukjes in elkaar te laten vallen. Dat is een wonderlijk moment.

Alain: Van sommige stukken heb ik ook nog verschillende versies in verschillende instrumentaties geschreven. Op die manier behouden we extra flexibiliteit en de mogelijkheid om te kiezen welke klankkleuren het beste passen bij dat deel in de voorstelling.

Tristan: Dat is ook het leuke aan muziektheater, alles staat in het teken van het vooruithelpen van de vertelling. Het gaat niet om de ‘correctheid’, wel om de sfeer die de muziek en tekst moeten kunnen overbrengen. Als dat lukt, is het sowieso goed.