Interview: de Verooveraars


De Verooveraars zijn een groep jongeren uit Dilbeek en omgeving, ontstaan uit het project Parabel in 2019, het Bruegeljaar. Dilbeek organiseerde toen een jaar vol Bruegel, met kers op de taart de openluchttentoonstelling, De Blik van Bruegel en een hele reeks nevenactiviteiten met onder andere een jongerenproject in Westrand. Op 9 en 10 september kan je naar hun tweede voorstelling komen kijken. 

Wim van Parijs, de coördinator, en Lisa De Wolf en Laura Bulté van de Verooveraars, vertellen over hun project. 


Wim, hoe zijn de Verooveraars ontstaan? 

Wim: Na een oproep brachten een 10-tal jongeren onder begeleiding van Luc Nuyens en Griet Boelens, een voorstelling gebaseerd op het schilderij ‘de parabel van de Blinden’. Luc Nuyens woont in onze regio en is acteur en bezieler van het theatergezelschap Roovers. Griet Boels is dramaleerkracht van de kunstacademie Dil’arte. Beiden zijn geen onbekenden en werkten reeds mee aan verschillende cultuurprojecten.  Ik was enorm nerveus voor het eindresultaat van dit project maar ook aangenaam verrast.

Wat maakte van deze voorstelling een succes?

Wim: Parabel was een groot succes om verschillende redenen. Het resulteerde in een goeie voorstelling in het Bruegelthema en de jongeren waren enthousiast om zelf verder te werken en hadden de theatermicrobe dus te pakken gekregen. Van de eerste groep zijn er enkele afgevallen, en aangevuld met nieuwe enthousiastelingen uit vrienden -en kennissenkringen.

Welke rol heb jij gespeeld? 

Wim: Ik heb vooral gefaciliteerd, gezorgd voor de praktische ondersteuning doorheen de hele repetitieperiode. Het cultuurcentrum heeft ook administratieve, promotionele taken opgenomen, en niet te vergeten zijn er heel wat medewerkers betrokken zoals theatertechniekers.  Ik heb de coaching georganiseerd en kwam hiervoor terecht bij theatermakers Thibaut Princen, Ruth Bruyneel en Elise Linsen. Het was niet altijd makkelijk om op de hoogte en betrokken te blijven, een groep jongeren heeft immers een heel eigen dynamiek. Ik wou er vooral voor hen zijn, hun bijstaan in hun zoektocht en in alle praktische beslommeringen, en niet te vergeten de financiële hulp.

Op welke manier wil vrijetijd Dilbeek verder inzetten op jonge talenten? 

Wim: Dit past eigenlijk compleet in de visie van team jongeren, waarbij we willen inzetten op projecten waarbij jongeren hun eigen talenten ontdekken. Naast de Verooveraars waarbij we vooral in de opstart investeerden, lopen er nog andere projecten. Het project WWW organiseren we samen met Zinnema en  focust op dans. In dit jaar is er ook een project in samenwerking met Boris uit Ternat dat focust op beweging, circus, acrobatie, parcours, skaten,..

Lisa en Laura, jullie zijn de spreekbuizen van de Verooveraars. Wat sprak jullie aan in de oproep om samen met jongeren een voorstelling te maken? 

L&L: Wij werden meteen super enthousiast bij het vernemen van de plannen. Wij volgden jarenlang woord en drama in verschillende muziekacademies waar we elk jaar werkten aan een nieuw stuk en plots waren we afgestudeerd. Dit vonden we zo jammer. Dit gevoel hadden we ook na Parabel. We willen niet dat dit wegvalt, die enthousiaste groep die samen werkt aan een nieuwe voorstelling.

Werken jullie op dezelfde manier als bij Parabel?

L&L: Dat klopt, wij maken eigenlijk zelf een voorstelling, die dichtbij onszelf en onze leefwereld staat en waar heel wat jongerenthema’s in verwerkt zitten. Bij Rondedans gaan we nog een stukje verder in dit proces. In Parabel kregen we al de kans om zelf te vertellen en om het publiek mee te nemen in ons verhaal. Nu schrijven we ook zelf alle teksten, vaak ontstaan uit improvisatie.  

Arthur Schnitzler schreef ‘De Rondedans’ in de late 19de eeuw. Hoe zijn jullie hierbij terecht gekomen?

Luc Nuyens was één van de begeleiders van Parabel, uit zijn ervaring als regisseur stelde hij de Rondedans voor als kapstok. Dit werk kan op verschillende manieren geïnterpreteerd worden en ook benaderd worden met toevoeging van eigen teksten. Het is een heel oud stuk, maar is louter een rode draad, waar verschillende maatschappelijke thema’s in aan bod komen. Het was ook een zeer geschikt stuk in Coronatijden, het gaat over doorgeven van de ene naar de andere en dat maakt dat we dialogen per 2 konden repeteren. Er kon aan verder gewerkt worden, zonder dat de hele groep lijfelijk aanwezig was.

Zijn jullie ook op andere manieren met de lockdown en de beperkingen omgegaan? 

Inderdaad, we moesten creatief uit de hoek komen om te kunnen verder werken. De opstartfase is volledig online gebeurd, en bijna het hele voorjaar hebben wij in openlucht gerepeteerd, ondanks alle weersomstandigheden..

Kregen jullie opnieuw begeleiding? 

Wij hadden graag opnieuw met Luc en Griet samengewerkt, maar zij hadden al andere projecten op stapel staan. Wij hebben dus zelf initiatief genomen en elkaar geregisseerd en pas in de laatste weken van augustus kregen we professionele ondersteuning van Elise, Ruth en Thibault. Wij zijn geen professionele theatermakers en af en toe hebben zij ons wel van onze wolk gehaald en onze ideeën vertaald en het theatrale aspect toegevoegd.

Wat mag het publiek verwachten van deze voorstelling? In welk genre plaatsen jullie het werk?

Het is een abstracte theatervoorstelling, het is een mengelmoes aan emoties en vooral een inkijk in onze leefwereld.

Hebben jullie ook aandacht besteed aan decor en kostuums? 

Wij wilden zo weinig mogelijk materiaal gebruiken, maar vooral spelen, om de tekst meer tot z’n recht te laten komen en het spel voor zich te laten spreken. In plaats van een auto op scène te zetten, spelen we dat we in een auto zitten bijvoorbeeld. Het zo theatraal mogelijk laten overkomen.

Hebben jullie al ideeën voor de toekomst? 

Ze zijn er al, maar nog niet concreet. Wij hebben zeker zin om hier een vervolg aan te breien. ‘Work in progress’ zoals ze zeggen..

Willen jullie nog iets toevoegen? 

Ja, wij zijn super dankbaar voor de kansen die we in Westrand krijgen, ook de ondersteuning van de theatertechniekers met licht en geluid, de coaching en de ondersteuning van heel wat mensen, met in het bijzonder Wim Van Parijs om in ons te geloven.