Achter de schermen: theatertechniek

Ze staan niet graag in de spotlights, ze zijn altijd in het zwart gekleed, maar ze blijven wel graag al eens plakken. Het imago van de theatertechnieker toetsen we af bij twee theatertechniekers uit onze regio. Jonas d’Hoe is al 15 jaar theatertechnieker in Westrand Dilbeek en Sam Wittevrongel doet al 2 jaar hetzelfde in CC de Meent in Beersel.

Hoe word je theatertechnieker? 

Sam: Ik ben eigenlijk stage gaan doen bij een bedrijf en daar ging ik mee op theatertournee met Yevgueni en zo heb ik de job beetje bij beetje geleerd. Ik was eerst theatertechnieker in Zottegem, daar stond ik er alleen voor en dat valt moeilijk te combineren met een privéleven. In de Meent maak ik deel uit van een theaterploeg en kan je makkelijker opdrachten verdelen.

Jonas: Het zal een cliché klinken maar ik wist eigenlijk niets anders op het moment dat ik moest beslissen wat ik ging studeren. Techniek was het enige wat mij interesseerde. Het is gestart als een hobby en uitgegroeid tot een passie. Ik was van jongs af gedreven door techniek en hoe tof is dat om daar je beroep van te maken. Als er maar boxen, lampen en micro’s aan te pas komen. Ik deed mijn stage in 2003 in Westrand en in 2005 ben ik er gestart als vaste theatertechnieker.

Om welke redenen heb je voor deze job gekozen? 

Jonas: Ik doe elke dag hetzelfde met telkens een volledig ander resultaat. Dat vind ik fantastisch aan mijn job. Ge moet wel gedreven zijn, anders blijf je deze job niet doen.

Sam: Het is een heel afwisselende job. Elke dag in andere cultuurprojecten terecht komen, dat boeit mij. Ik vind het een fijne omgeving, ook heel stimulerend. Ook de afwisseling van uren is belangrijk voor mij, ik zou gek worden van een nine-to-five-job.

Voldeed deze job aan jouw verwachtingen? 

Jonas: Toen ik begon te studeren als 18-jarige dacht ik dat theater in het cultuurcentrum aan het uitsterven was. Naar theater gaan met het secundair onderwijs was geen positieve ervaring. Ik kon toen nog niet vatten dat dit een fulltime job kon worden. Ik had een volledig ander beeld van beeld, geluid, montage. Ik dacht aan televisiewerk, roadies bij muziekoptredens. Show en podium sprak mij aan, maar toch liever achter de schermen.

Is er veel veranderd door de jaren? 

Jonas: De vaste ploeg is uitgebreid, de verwachtingen liggen ook heel wat hoger. Vroeger waren er slechts enkele echte theatertechniekers en afhankelijk van de grootte van de productie, kwamen freelancers, logistiek medewerkers meehelpen. Nu moet je van alles een opleiding volgen en over attesten beschikken, terwijl 15 jaar geleden waren we blij als ge overal iets van wist.. De job is meer een specialisatie geworden, terwijl het vroeger voldoende was om iets van elektriciteit te weten. Daar is veel in geëvolueerd. Ook het materiaal is natuurlijk veranderd, de theatertrekken waar de spots aanhangen, zijn nu volledig digitaal gestuurd terwijl dit vroeger manueel lastig werk was.

Wat is het plezantste aan de job? 

Sam: Dat we elke dag andere mensen kunnen ontmoeten. Wij beleven een dag samen met een ploeg en ’s avonds nemen we opnieuw afscheid.  

Jonas: Ik besef dat ik heel blij mag zijn dat ik mijn brood verdien door iets plezants te doen. Ik kan bij wijze van spreken elke dag in mijn functie naar voorstellingen kijken waar andere mensen voor moeten betalen. Ik zie elke voorstelling groeien en ontmoet dagelijks andere artiesten en techniekers.

“Ik mag elke dag meewerken aan een creatie waar je dezelfde avond al naar het resultaat van kan kijken.” - Jonas d'Hoe

Kan je een gemiddelde werkdag eens beschrijven? 

Jonas: ’s Morgens maken we kennis met de nieuwe ploeg en houden we een briefing van de plannen, de technische fiches en het lichtplan worden in detail doorgenomen. Daarna gaan we de camion leegmaken, de lichten inhangen en stapsgewijs het materiaal plaatsen en het decor opstellen. Dan is er meestal een soundcheck bij muziekoptredens of komen de acteurs toe die alles nog eens bekijken. Dan eten we meestal samen met de artiesten en hun technische ploeg. En dan begint de gezonde stress te komen om alles op tijd klaar te krijgen, iedereen opgewarmd en om 20u gaan de deuren open. Tijdens de voorstelling kunnen we permanent achter de schermen inspringen, techniek en licht bijstaan en na de voorstelling start meteen de afbouw tot de opkuis van het podium, het artiestenfoyer en de kleedkamers. Als alles terug op zijn plaats staat en de camion vertrokken is, dan doen wij het licht uit. De volgende morgen start alles terug opnieuw. En soms moeten we dan ook heel vroeg komen als er schoolvoorstellingen al starten na de middag. Gelukkig kunnen we elkaar afwisselen, tussen een avondploeg en een ochtendploeg.

Sam: Meestal starten wij tussen 10u en 11u, dan doen we de voorbereidingen, lichtplannen bekijken en lichten inhangen. Om 13u komt de productie toe, dan doen we samen de opbouw van het decor,  de lichten africhten, het geluid aanpassen, alles klaarzetten tot 17u ongeveer. Nadien is er een soundcheck en om 18u gaan we samen eten. Dat is het gezelligste moment van de dag. Om 19u zaallicht aanzetten, alle rommel opruimen, rolstoelplaatsen klaarzetten, flesjes water op het podium voorzien. Dan kijken we meestal naar de voorstelling, soms hebben we ook een functie tijdens de voorstelling. En na de voorstelling gaat alles er terug uit en terug in de vrachtwagen. Af en toe wordt dit nachtwerk maar meestal kunnen we rond middernacht naar huis.  

Er zijn hele drukke periodes maar ook minder drukke periodes veronderstel ik? 

Jonas: Inderdaad, in de zomer is het minder druk, dan gaat het cultuurcentrum vier weken dicht. Vele techniekers springen dan in op zomerfestivals. We maken gebruik van de kalme periodes om een grote kuis te houden in het materiaal. In de Coronaperiode viel het weekendwerk weg en voor het eerst in 15 jaar ervaar ik wat een werkweek is van maandag tot vrijdag. Anders valt mijn vrije dag meestal in de week, ik ben dus wat ‘ontregelt’ geraakt.

Sam: We hebben de afgelopen maanden veel tijd gekregen om herstellingen te doen, we zijn echte klusjesmannen geworden. In minder drukke periodes volgen we opleidingen en nemen we onze overuren op die we in de drukke periodes hebben opgebouwd.

Hoe  combineer je deze job met een privéleven? 

Jonas: ’s Morgens ben ik er meestal voor mijn gezin met drie kinderen en er zijn altijd vrije dagen tussen voorstellingen door. Maar weinig slapen is ook ‘part of the job’. Het is een soort adrenaline waardoor ik snel terug recupereer. Ik slaap in blokken van 3u, dat vind ik ideaal.  Als ik na een afbouw direct in mijn bed kruip, ben ik nog minstens een uur aan het woelen. Ik kijk dan meestal nog eerst wat televisie of ruim wat speelgoed op.

Jullie hebben lange werkdagen, techniekers hebben de reputatie om ook nog na het werk te blijven hangen. Klopt dit imago? 

Jonas: Het kan al eens gebeuren dat we na een voorstelling met de artiesten een pint drinken. Maar meestal zijn de werkdagen al zo lang, dat iedereen naar huis wil. Moesten we elke avond feesten, dat zou ook niet blijven duren.  

Sam: Dat blijven hangen valt mee in De Meent, dat kan ook niet elke dag als je 4 of 5 voorstellingen hebt op een week, dan komt dat niet goed. Wij hebben nog weinig momenten met de artiesten na een voorstelling, meestal zijn ze al weg. De techniekers van het gezelschap pakken vaak nog wel een pint, maar dit blijft binnen de perken.

Je ontmoet heel wat artiesten in het foyer en de loges. Hoe ervaar je dit? 

Jonas: Sommige acteurs doen heel nerveus voor een voorstelling en anderen zijn volledig relax en maken nog wat grapjes net voor ze op moeten. De meeste artiesten zoeken wel rust op voor een voorstelling of trekken zich een beetje terug in hun loge. De grootste namen zijn vaak het sympathiekst in de omgang, terwijl beginnende artiesten meestal wat zweven en het minst met de voeten op de grond zijn gebleven.  

Sam: Soms valt dit heel goed mee, soms is het een beetje raar. Meestal ervaar ik dat als een fijne ontmoeting. Wij moeten natuurlijk professioneel blijven, ook als plots ons idool ons aanspreekt. Zij  zijn hier immers ook om te werken.  

Zijn er ook bepaalde afspraken over de omgang met artiesten? 

Jonas: We proberen altijd om een aangename sfeer te creëren zodat de artiest ook het beste van zichzelf kan geven in ons centrum.  We zorgen dat het foyer netjes is en dat er voldoende fruit en snacks beschikbaar zijn. We moeten ook altijd vriendelijk blijven, ook al zijn ze nerveus en stellen ze vaak dezelfde vragen.

Sam: Wij zorgen voor een zo aangenaam mogelijk kader zodat de artiest zich perfect kan voorbereiden. Wij hebben tijdens de lockdown onze artiestenfoyer wat aangenamer gemaakt, het lijkt nu op een living. Wij gaan ervan uit dat de omgeving bijdraagt tot een betere voorstelling en natuurlijk ook lekker eten.  

Zijn er artiesten waar je heel erg van verrast was? 

Jonas: Natuurlijk. Ik wil liever geen namen noemen, maar heel gekende artiesten of televisiefiguren kunnen al eens vreemd uit de hoek komen. Ik wil de ‘magie’ niet doorbreken bij sommige fans, maar sommige mensen kunnen heel laatdunkend doen of zelfs door ons heen kijken.

Sam: Ik merk dit ook eerder bij beginnende artiesten, die proberen hun nervositeit weg te stoppen achter een veeleisend gedrag. Ik heb nog geen negatieve ervaringen gehad. Ik vind het leuk als we ook effectief als een team samenwerken, samen een leuke dag beleven resulteert vaak in een goeie voorstelling.

Heb je leuke anekdotes van achter de schermen? 

Jonas: Jan Decleir heeft mij aangenaam verrast, echt met de voeten op de grond. Hij stond nat in het zweet na de voorstelling, maar toch is hij eerst zijn auto gaan vullen met het materiaal zodat de techniekers meteen konden starten. Acteurs kennen hun job en respecteren ook onze job.

Sam: Ik heb ooit meegemaakt dat de acteurs van een schoolvoorstelling hun kostuum vergeten waren waardoor de voorstelling een uur later pas kon starten.  

Waaraan merk je tijdens een voorstelling dat de techniek perfect is uitgevoerd? 

Jonas: Beginnende techniekers zijn vaak veeleisend en perfectionist en laten ons soms millimeterwerk uitvoeren waar het publiek niets van merkt. Een script volgen is nog iets anders dan een voorstelling aanvoelen, het ritme van een voorstelling voelen en hierop anticiperen. Techniek mag niet opvallen, want het is pas echt goed als het niet opvalt maar de inhoud versterkt. Het is ook cliché maar ik hoorde ooit een actrice tegen een klas leerlingen vertellen hoe noodzakelijk techniek is bij een voorstelling en dat heeft me toen wel aan het denken gezet, ik zal dat niet snel vergeten.

Ben je trots op je prestaties? 

Jonas: Ook al hebben we de voorstelling niet gemaakt, toch ben ik trots dat we ons best hebben gedaan; dat zit in kleine dingen zoals de keuze van de juiste kabel of de juiste spot. Proper werk afleveren is altijd plezant. We willen zowel de artiesten een aangename ervaring geven in ons cc, maar ook voor het publiek die jaren later nog over die ervaring praten. Het gaat vaak om een extraatje doen, zodat we na de voorstelling sneller kunnen afbouwen. Het voor elkaar makkelijker maken.  The show must go on, maar we hebben ook een grote ‘sérieux’ over ons, zo zal veiligheid altijd voorop staan en dat is ook altijd onze bekommernis naar collega’s toe.

Sam: Ik vind dat wij dat goed doen, en dat iedereen altijd blij naar huis gaat. We worden ook vaak bedankt en dat betekent toch dat het geleverde werk wordt geapprecieerd.

Zijn er bepaalde voorstellingen of zijn er gezelschappen of artiesten die je niet wil missen?  

Jonas: De familievoorstellingen vind ik vaak mooier om naar te kijken dan volwassen theater. Ik hou wel van de fantasie en zoals de voorstellingen van Studio Orka, daar zit vaak een gelaagdheid in zodat volwassenen er ook iets aan hebben.

Sam: Dat hangt af van persoonlijke smaak. Sommige techniekers willen graag alle muziekconcerten meemaken, ik hou meer van theatrale dingen. Een dansvoorstelling met Wim Vandekeybus vond ik tof of voorstellingen die technisch uitdagend zijn. Zo moest ik een regenprinter van 700kg ophangen, een machine die tijdens de voorstelling tekst printte, boeiend om te doen. Gewoon decorpanelen aan elkaar zetten, vind ik persoonlijk nogal saai.

Wat is voor jou een goede voorstelling? 

Jonas: Theater is veel meer dan, op het podium naar iemand kijken die tekst aframmelt, voor mij is een goede voorstelling een voorstelling waar je niet elk woord moet gehoord hebben, maar waar je helemaal kan in opgaan en zelf kunt reflecteren over de inhoud. Humor is wel plezant, maar daar haalt een technieker weinig voldoening uit, dat is 1 spot op 1 comedian. Muziek is meestal plezant omdat er heel wat belichting en geluid aan te pas komt en theater heeft dat extra vleugje magie.

De sfeer die rond een amateurvereniging hangt vind ik persoonlijk nog toffer, die mensen staan daar ’s avonds als hobby. Ik ben bang dat dit wel gaat minderen, soms leven wij een week samen met een amateurgezelschap, van opbouw tot generale repetitie, tot première.. samen eten, samen opkuisen..  Het verenigingsleven krijgt het moeilijk, daar draait het vaak meer over wat er naast het podium gebeurt.  Ik ben bang dat dit soort werk wel gaat minderen, we merken nu al minder amateurtoneelgezelschappen de weg vinden naar ons podium en dit heeft vaak met engagement te maken. Het zijn immers amateurs die dit doen in hun vrijetijd.  

Sam: Dat kan op verschillende domeinen zijn, als het mij raakt of grappig is, als het thema mij aanspreekt of iets prikkelends heeft. Het is ondertussen al keilang geleden dat ik mijn job heb kunnen doen, ik hoop dat we rap terug open mogen. Werken met publieksbeperkingen geeft niet, we zijn dan toch bezig.. En we vinden wel manieren om het Coronaproof en gezellig te maken. Creatief denken is part of the job!