Interview Connie Neefs
Tekst: Annelies Desmet
Eindredactie: Maya Van Holder
Foto's: archief
Opname en montage: Croes wood & images
Connie Neefs is één van de iconen van Westrand, maar ook een vriend aan huis, een deel van het décor en een toppresentatrice en zangeres. Sinds 1975 staat ze op ons podium en al meer dan 30 jaar is ze betrokken bij de programmatie van het Sinterklaasfeest voor senioren. Hoog tijd dus om haar meest memorabele momenten op te tekenen.
Dag Connie. In dit huis ben je geen onbekende.
Connie: Nee, dat is een feit. Ik ben echt een geluksvogel, want ik kom hier al heel lang optreden.
Kan je eens vertellen hoe dat komt?
Connie: Wel, dat is begonnen in 1975, dat was toen het jaar van de vrouw. De KVLV, dat is de vereniging van de landelijke vrouwengilde (vandaag heten zij Ferm trouwens), organiseerde in de maand mei activiteiten in het kader van dat jaarthema voor al hun leden uit Vlaanderen. Dat vond plaats in Westrand en we speelden hier vier voorstellingen per dag. Dat was een hele klus voor de artiesten die erbij betrokken waren. Jef Burm was de bedenker van dat hele cabaretgebeuren en ook de man die de vrolijke noot vertegenwoordigde. Maar hij niet alleen, hij had ook Johny Voners en Janine Bischops meegebracht voor de sketches en ik was dan de zangeres. Ik herinner mij ook een kwartet waaronder de pianist Glenn Rock. Dat waren dé figuren met wie ik dit alles mocht doen en dat was een mooie tijd uiteraard.
Op de foto: Glen Rock, Jef Burm, Johny Voners, Janine Bischops en Connie Neefs
Je was toen een twintiger en woonde niet in de buurt. Hoe deed je dit?
Connie: Ik kwam van Gierle, bij Turnhout en ik was pas afgestudeerd. Ik had trouwens les gekregen van Jef Burm en was dus heel blij met zijn vraag om mee te werken aan die shows. Ik reed elke dag meer dan 100 kilometer om naar Dilbeek te komen, en dan weer terug na afloop van de vier voorstellingen. Dus ja, ik had goede moed (lacht).
En hoe is dat dan geëvolueerd? Hoe ben je betrokken geraakt bij andere projecten binnen Westrand?
Connie: Jef Burm geloofde in mij. Hij heeft er eigenlijk voor gezorgd dat er altijd nieuwe projecten kwamen in Westrand, want hij was hier kind aan huis. Zo maakten we hier een eigen productie op basis van klassieke muziek samen met Eddie De Latte en zijn mooi orkest. Operettemuziek was toen nog helemaal in. En met dat programma zijn we ook gaan touren.
Hoe komt het dat jullie programma voor Westrand tot een exportproduct uitgegroeid is?
Connie: Jef Gunst (toenmalig administratief directeur van de Westrand – red.) had ervoor gezorgd dat we konden reizen: we gingen met diezelfde productie naar Waregem, Aalst, en naar de andere theaters. Dat was wel slim bedacht. Net zoals die vier voorstellingen per dag een hele meimaand lang bijzonder waren, gaat het ook niet meer zo snel gebeuren dat iemand een maand lang de zaal kan afhuren. Dat was in die tijd heel uniek, ongezien wat wij verwezenlijkten.
Dat moet een hele klus geweest zijn, ook op logistiek vlak?
Connie: Ja, want wij namen ook onze technici uit Westrand mee op tournee. Elke voorstelling opnieuw bouwden zij een volledig decor op. Dat decor was trouwens een ontwerp van Joke Mattelé (medewerker van Westrand – red.). Dat kan je je vandaag niet meer voorstellen.
Dan komen we bij de Sinterklaasfeesten die je hebt overgenomen van Jef Burm?
Connie: Ja, dat is dan het vervolg. Jef Burm ging met pensioen, en hij zei tegen Jef Gunst: “Ik denk dat Connie misschien wel de geschikte kandidaat is om deze taak over te nemen. Kunnen jullie met haar dan verder werken?” En zo is het gegaan.
Voor wie het Sinterklaasfeest niet kent: kan je het concept even toelichten?
Connie: Dat is een muzikaal en humoristisch programma voor senioren, bedacht in Westrand, en ook alleen maar te bekijken in Westrand. Het organiserend comité bestaat uit Jef Gunst (ex-directeur), Piet Verhasselt (ex-voorzitter), Alexandra Vanvolsem (administratief medewerker), de muziekprogrammator en mezelf. Wij komen wel 4 à 5 keer per jaar samen en kiezen de eregasten en zangers uit. Daarnaast werken we al jaren samen met dezelfde danscompagnie, tegenwoordig heten zij Showcase. Zij bedenken heel mooie choreografieën bij de shows en maken zelf de kostuums. Zij werken ook mee aan grootse projecten in het Sportpaleis of voor Studio100. Dus we zijn heel fier om met zo’n professionele dansers op het podium te mogen staan.
Heb je een idee hoeveel jaar je al aan de Sinterklaasfeesten meewerkt?
Connie: Als ik me niet vergis, ben ik daarmee begonnen in 1991 of 1992. In 1993 was ik zwanger van mijn dochter Hannelore, en Joke Mattelé en het hele team hadden ervoor gezorgd dat ik cadeautjes kreeg tijdens de show. Maar zij wisten natuurlijk niet dat het een meisje ging zijn (lacht). De Sint bracht een treintje, een dominospel, een heel mooi hobbelpaardje en een speeldoos voor Hannelore, die dus nog niet geboren was. Dus meer dan dertig jaar ben ik al betrokken bij het Sinterklaasfeest. Het is tot op de dag van vandaag nog altijd een geweldige eer voor mij dat ik dat mag doen.
Met wie heb je in de loop der jaren graag samengewerkt?
Connie: Ik heb goede herinneringen aan Jeanine De Pauw, de secretaresse van Jef Gunst. En met Alice Toen hadden we ook heel goede contacten, nu nog altijd trouwens. Alice maakte in het begin van de Sinterklaasfeesten de teksten, in opvolging van Jef Burm. Zij had dus een groot aandeel in het programma. Ooit speelde zij de duivel, en ik de engel (lacht).
Wie zijn voor jou de meest memorabele gasten die zijn langs gekomen tijdens de Sinterklaasfeesten?
Connie: Dat zijn er heel veel. Ik denk bijvoorbeeld aan Will Ferdy, Jo Leemans, Jacques Raymond, Frank Galan, Dana Winner... Tijdens dit feestjaar zal onder andere Luc Caals onze eregast zijn, toch ook iemand die al vele jaren memorabele optredens geeft tijdens het Sinterklaasfeest. Eigenlijk kan je wel stellen dat hij de opvolger van Jef Burm is, wat betreft de vrolijke noot in het programma.
Kan je al een tipje van de sluier oplichten over het programma van dit jaar?
Connie: Onze eregast is Marijn Devalck. En we programmeren ook een nieuw talent: Lissa Lewis, een jonge, mooie dame die ook vaak op televisie te zien is. Naast Luc Caals zal ook Sam Verhoeven, de directeur van het Fakkeltheater, de revue passeren. En Akabella, iets heel bijzonders: dat zijn mensen die beiaard spelen. Zij zullen muziek brengen door middel van handbellen. Natuurlijk zijn Sinterklaas en ik ook van de partij.
Wauw, een heel mooi programma. Er is nog steeds een trotsheid te horen in jouw stem als je erover vertelt.
Connie: Ja, ik ben daar heel fier over dat ik dat al zo lang mag doen voor Westrand, voor het gemeentebestuur en vooral voor de senioren van Groot-Dilbeek. Dat doet me zoveel plezier. Ik ben hier een beetje de geluksvogel in het systeem. Ik weet niet of er veel collega’s zijn die hier al zo lang te gast mogen zijn en mee mogen helpen creëren.
Je kent een groot deel van onze geschiedenis en van onze werking. Je hebt ook een andere tijd meegemaakt met de toenmalige directeur Jef Gunst. Wat is zijn verdienste?
Connie: Het opzet van Jef Gunst was goed bedoeld. De meeste mensen uit de streek hadden in die tijd nog niet veel theaterervaring. Er bestonden natuurlijk wel grote theaters in Brussel of in andere grote steden, waar veel te bekijken en te beluisteren viel, zoals in de opera of toneel. Maar een theater zoals Westrand, dat bestond eigenlijk niet. Dus Jef had de idee om ook de mensen uit kleinere gemeenten cultuur aan te bieden in de mooiste zin van het woord. En dat heeft hij echt gerealiseerd. Hij haalde de mensen naar Westrand via een heel bijzondere kaartenverkoop bijvoorbeeld. Ik moet zeggen: alle égards voor Jef Gunst.
Hij legde ook bussen in naar Westrand?
Connie: Ja, de mensen moesten eigenlijk niet bang zijn om te parkeren (lacht), wat nu wel eens aan de orde kan zijn hier. Jef had een goed zicht op hoe het publiek het liefst benaderd wilde worden. En zijn aanpak sloeg aan: de theaterzaal zat altijd vol. Elk Sinterklaasfeest was 3 keer uitverkocht, dus de mensen wilden dat graag meemaken. De missie van Jef is zeker geslaagd.
Laten we het even over het gebouw hebben. Wat is jouw gevoel als je hier binnen komt? Voel je nog steeds de impact van de architectuur?
Connie: Zolang ik hier al kom, hangt hier een speciale geur. En die geur is mij altijd bijgebleven. Toen prinses Paola de opening van Westrand bijwoonde, heeft ze blijkbaar gezegd: “Ja, heel mooi, maar het is zeker nog niet af?” Ze had het waarschijnlijk over de kenmerkende betonstructuren en de crepi. Aan de structuur van het hele centrum is ondertussen niet heel veel veranderd. Het gebouw is ook nog altijd heel up-to-date. Ik ben onlangs de bibliotheek voor de eerste keer gaan bezoeken, en dat past hier wel goed. Er hangt wel een gedempte sfeer door de materialen die hier gebruikt zijn. Wat ik als artiest op het podium ervaar, is dat het een hele droge mond kan geven. Ik kom vaak speeksel te kort (lacht).
De muziekmicrobe zit ook in je familie. Jouw neef Gunther Neefs is in seizoen 23-24 ook van de partij met een soloproject. Dat moet wel speciaal zijn voor jou?
Connie: Ja, zeker. Hij trekt op tournee ter gelegenheid van zijn 30-jarig bestaan als zanger en komt hier dus ook optreden. De tijd gaat toch snel. En wat een mooie carrière kan hij voorleggen. Onlangs werkte hij mee aan het televisieprogramma ‘Liefde voor Muziek’, fantastisch wat hij daar gedaan heeft.
Wat is jouw wens voor de toekomst van Westrand?
Connie: Het is een gemeenschapscentrum, dat moet het altijd blijven. Het moet een ontmoetingsplaats zijn voor alle inwoners, zowel autochtonen als allochtonen. De evolutie dat ook de allochtone gemeenschap hier vaak naartoe komt om taallessen te krijgen bijvoorbeeld, kan ik alleen maar toejuichen. Cultuur is er voor iedereen. De opdracht bestaat erin om toenadering tot elkaar te zoeken, op elkaar in te spelen, hen te betrekken in de werking om uiteindelijk een divers programma aan te bieden dat iedereen aanspreekt. We moeten elkaar daarin vinden. Ook in Mechelen, waar ik woon, merk ik dat dit soms nog moeilijk gaat. En dat is natuurlijk het werk voor de volgende 50 jaar. Ik hoop echt dat het een cultuurcentrum kan blijven voor iedereen die houdt van cultuur, van welke cultuur dan ook. Reeds lange tijd staan hier heel mooie voorstellingen uit andere landen op het programma, en dat vind ik een mooie evolutie. Zolang we allemaal een beetje dichter bij elkaar kunnen komen, want dat is echt noodzakelijk.
Een laatste vraagje: wat is jouw lievelingstaart?
Connie: Mijn lievelingstaart is zo eenvoudig mogelijk. Een richeltjesvlaai bijvoorbeeld: dat is ofwel een abrikozenvlaai ofwel een pruimenvlaai met bovenop strepen in een soort van deeg. Maar als het dat niet kan zijn, dan vind ik een tompoeske of een eclair ook wel goed (lacht).
Dan zullen we daarvoor zorgen. Bedankt voor het gesprek.