Van een muziekacademie in Westrand tot de kunstacademie Dil'arte.

Tekst: Annelies Desmet

Westrand en kunstacademie Dil’arte delen niet alleen de site en de parking, maar ook een stukje geschiedenis. Want 10 jaar geleden was het gebouw er nog niet en gingen alle lessen door in Westrand. In 2023 vieren we 10 jaar Dil’arte, dus tijd om even stil te staan bij de werking.

We spreken met Pieter en Isabelle die vandaag de academie runnen, maar ook met Marcel De Jonge die over de beginjaren kan vertellen. Marcel was immers de eerste directeur van muziekacademie Dilbeek die ondertussen uitgegroeid is tot een kunstacademie. Hij startte in 1972 en bezielde deze functie, tot hij in 2005 op pensioen ging. En ja, dat is een hele periode uit zijn leven geweest. 

 

Geschiedenis

We gaan het hebben over het ontstaan van de academie in Dilbeek.  Wat kan je jou nog herinneren van deze periode?

Marcel: “De Dilbeekse academie is opgericht als onderafdeling van de Academie van Sint-Agatha-Berchem in 1968. In 1972 is de toenmalige schepen van cultuur Jan de Craen mij komen vragen om directeur te worden want de academie wou zelfstandig worden. Ik heb dat voorstel toen geweigerd, ik was amper 29 jaar en ik vond mezelf te jong om die job al uit te voeren. Een aantal maanden later bleken ze nog geen kandidaat gevonden te hebben en kreeg ik de vraag opnieuw. Ik heb toegegeven en zodus werd ik de jongste directeur van Vlaanderen op dat moment.”

Waar was de academie toen gelegen in Dilbeek? 

Marcel: “In 1972 zaten we nog in de gemeentelijke basisschool Jongslag. In 1973 werd Westrand geopend en  vonden ze het opportuun om de muziekacademie naar Westrand te verhuizen. Muziek is cultuur en past beter in een cultureel centrum, dat was de redenering van het bestuur. Daarnaast was Jongslag toch eigenlijk een basisschool zonder echte muzieklokalen met onvoldoende sonorisatie. Dus zijn we naar Westrand verhuisd. Maar na enkele maanden had ik al door dat het hier ook te klein werd en ook voor de zware instrumenten waren de lokalen niet voldoende gesonoriseerd. Dan heb ik in 1978 mijn eerste nota verzonden met de opmerking dat Westrand feitelijk niet zo'n goede locatie was voor muziekonderwijs. Ook waren er in de originele plannen van architect Hoppenbrouwers  amper twee lokalen uitgetekend als muzieklokalen.” 

Wat was het gevolg van jouw vraag aan het gemeentebestuur? 

Marcel: ”Na mijn opmerking hebben we meer lokalen ter beschikking gekregen. Dat waren de vergaderlokalen van de tweede verdieping. Daar konden de notenleerklassen plaatsvinden, hier zaten soms 30 kinderen in een klas, overbevolkt tot en met. Op de vierde verdieping kregen we dan een klein balletlokaaltje dat aanvankelijk bedoeld was als conciërgewoning. Daar hebben ze een verende vloer moeten leggen voor ballet, spiegels en baren moeten aanbrengen enz. En op die manier hebben we dus verder gedaan.”

En bleek dit dan voldoende voor het aantal leerlingen? 

Marcel: “Nee. Het was te klein. In 1984 heb ik een poging gedaan om een andere locatie te vinden oftewel Westrand uit te breiden. Toen zijn er plannen op tafel gekomen om de vierde verdieping uit te breiden met 3 lokalen (dit naast de balletzaal, die zogezegd als woning voor de conciërge was voorzien). Maar dat is onmiddellijk afgekeurd geweest omwille van het feit dat dat stabiliteitsproblemen zou veroorzaken. Nog enkele jaren later, in 1990 werd de nieuwe structuur ingevoerd voor het muziekonderwijs. Daardoor vielen we niet langer onder de bevoegdheid van cultuur maar moesten we bij de minister van onderwijs aankloppen met onze problemen. Dus heb ik een tweede poging gedaan om uit te breiden op de binnenkoer, daar konden 5 lokalen komen. Dat is ook weer afgeketst.” 

Heb je de moed dan niet verloren? 

Marcel: “Ik dacht constant, waar gaan we naartoe? Want het aantal leerlingen bleef maar stijgen en stijgen. In 1972 ben ik gestart met 350 leerlingen en in 1990 zaten we al tussen 500 en 600 leerlingen. Er was iets nodig en ik ben blijven zoeken zonder resultaat. Tot 2003, toen kregen we een doorlichting. In het verslag van de inspectie kwam naar voren dat de lokalen niet uitgerust waren voor muziekonderwijs en dus moest de gemeente iets ondernemen om de subsidies te blijven behouden. 

Zijn toen de plannen voor een nieuwbouw voor het eerst op tafel gekomen? 

Marcel: “Er kwam een vergadering over de mogelijkheid voor een nieuwbouw. Deze vergadering ging door op het gemeentehuis, samen met de burgemeester, de bevoegde schepen en een inspecteur (die speciaal van Tongeren kwam). Tijdens die vergadering zei burgemeester Stefaan Platteau: “sorry, meneer de inspecteur, we hebben geen geld om te bouwen”. Die inspecteur werd kwaad en zei: “ge hebt nu toch tijd genoeg gehad om iets te bedenken om in regel te zijn voor de subsidies.” Die inspecteur is onverrichter zake terug naar Tongeren gekeerd. Toen hebben ze eventjes de piste aangeraakt om ons over te plaatsen naar het Wivinaklooster van de broeders, aan het station van Dilbeek. Dat klooster bleek ook niet geschikt omdat die kamertjes allemaal veel te klein waren.” 

In 2005 nam je een drastische beslissing? 

Marcel: “Ja, ik vond het zo jammer om op die manier te blijven werken. Om een voorbeeld te geven over hoe erg het gesteld was met het toenemend aantal leerlingen, ik moest op woensdagnamiddag leerkrachten weigeren omdat er niet voldoende lokalen waren. Toen heb ik beslist om vroegtijdig op pensioen te gaan op 61-jarige leeftijd. En dat is mijn geschiedenis van de academie.” 

Het siert jou wel dat je eigenlijk je hele carrière met een probleem van behuizing zat. Hoe was de samenwerking met Westrand door de jaren heen?

Marcel: “Die samenwerking verliep vlot. Wij deden onze audities in de grote zaal, we konden repeteren in onderling overleg. Ik heb nooit problemen ondervonden om concerten te organiseren in de schouwburg. Ook het contact met het personeel verliep altijd vlot.” 

Wat betekende het om in hetzelfde gebouw te zitten? Wat waren de voordelen en nadelen? Ik kan mij voorstellen dat er af en toe wel storingen of turbulenties waren van andere activiteiten? 

Marcel: “Dat wel. Als je de slagwerkklas of de koperblazersklas liet doen, dan stoorde dat wel vergaderingen die doorgingen op de tweede of de derde verdieping. Die derde verdieping was eerst één grote ruimte. Dan heeft de technieker, Fonske Vandenberghe, daar drie lokalen van gemaakt, die wij ook konden gebruiken voor muzieklessen. De tussenschotten bestonden uit hout en dat liet redelijk veel geluid door. Ik heb dan vooral de woordcursussen daar gezet, want die maakten minder lawaai.” 

Directies

Marcel De Jonghe (1972 – 2005)
Jo De Groote (2005 – 2012)
Diederik De Gryze (2012- 2017)
Pieter Lagacie en Isabel Vleminckx (2017 – nu)

In de afgelopen 50 jaar was het aantal directies redelijk beperkt. Sinds 2017 is het een duobaan geworden. Hoe is dat gekomen en hoe verloopt dat in de praktijk? 

Pieter: “Dat is zeer organisch gegroeid, vooral vanuit elkaars sterktes zijn we gaandeweg taken gaan opnemen. Het cijferwerk zit bijvoorbeeld in mijn pakket, de pedagogische taken liggen meer in de aard van Isabelle. We werden een beetje in het diepe gegooid. We zijn interim begonnen om het vacuüm op te vullen na het vertrek van de vorige directeur. We hebben zelf gevraagd bij de sollicitatie of we dit als duobaan konden aanpakken. De uren voor beleidsondersteuner, wat het middenkader betekent in onze sector, hebben we in twee jobs gecombineerd en organisch verdeeld.“

Een academie runnen, daar komt waarschijnlijk ook heel wat administratie bij kijken? 

Isabelle: “Planlastvermindering heb ik nog niet gekend. In tegendeel, we krijgen steeds meer papierwerk te verwerken. Meer en meer academies werken met twee directeurs, zeker kunstacademies, omdat het toch wel groot is. De academie van Dilbeek is in de jaren ‘70 gestart met enkel muziek. Ondertussen bieden we vier domeinen aan, dus ook dans en woord. In 2015 is er ook beeldend bijgekomen, daar zijn we nu het achtste jaar gestart. Dat is een hele boterham als ik dat mag zeggen om alles rond te krijgen en op te volgen.”

Er werd al beeldend aangeboden in Westrand, hoe is die overgang verlopen en wat is het verschil?

Isabelle: “Wel, in september 2015 zijn we geleidelijk de cursussen voor kinderen beginnen overnemen. In het eerste jaar boden we dus enkel beeldend aan voor kinderen van het 1e leerjaar, in 2016 voor 2 leerjaren enz. Het grote verschil met het ABK van Westrand en de richting beeldend bij de kunstacademie, is dat het nu onder de koepel onderwijs valt en er dus een diploma afgeleverd wordt.“

Het aantal leerlingen is ook toegenomen de afgelopen 20 jaar. 

Pieter: “De academie barstte uit zijn voegen toen ze in Westrand zaten, er waren 680 leerlingen toegelaten. Nu moet ik daar wel bij vertellen dat het tellen in de loop der jaren ook veranderd is. Toen werd het aantal leerlingen berekend op het aantal hoofdelijke leerlingen, los van of die persoon 1 of meerdere opleidingen volgde. Vandaag wordt het aantal inschrijvingen geteld, wat wil zeggen dat iemand die zowel muziek als dans volgt, dus aanzien wordt als twee leerlingen. Want in administratie en lesuren, zijn dat wel 2 leerlingen, ook al is dat 1 persoon.”

Hoe zijn er zoveel leerlingen ooit in het beperkt aantal lokalen in Westrand geraakt? 

Pieter: “Het verschil met het gewone dagonderwijs is, dat niet alle leerlingen samen op hetzelfde moment komen. Bij ons type onderwijs geven wij 6 dagen les. De meeste leerlingen komen meerdere keren per week en sommige slechts 1 keer. Afhankelijk van de opleiding hebben ze 2 of 3u les per week, 700 leerlingen die elk 2u komen, waarvan de helft klassikaal. Ja, dat was pittig op het einde. Ik heb zelf ook nog lesgegeven in Westrand en het was sowieso te klein. Dat was niet meer doenbaar.”

Gebouw en werking

Ken je de geschiedenis van het gebouw? 

Pieter: “Ik was er niet bij, maar ik weet wel dat er heel veel lobbywerk aan te pas is gekomen. Er is een wedstrijd georganiseerd via de Vlaamse bouwmeester en de Spaanse Carlos Arroyo is als winnaar uit de bus gekomen. Ik weet ook dat het ontwerp gebaseerd is op een schilderij van Hoppenbrouwers, de architect van het Westrandgebouw.”

Isabelle: "Er was ook een oproep bij de leerlingen om de naam voor het gebouw te kiezen en daar is Dil'arte uitgekomen."

Heeft het gebouw ook impact op de werking? 

Pieter: “Om als middelgrote academie in zo’n gebouw te mogen zitten, dat is heel uitzonderlijk. Dat trekt aan.”

Wat is volgens jou de grootste evolutie in de geschiedenis van de academie sinds de jaren ‘70 tot nu? 

Pieter: “Ik denk vooral de toegankelijkheid. Heel vroeger was het een beperkter publiek, nu bieden we een aanbod voor iedereen. We proberen zoveel mogelijk mensen en interesses aan te spreken, we geven zelfs DJ nu. Vroeger was muziek vaak meer elitair, hetzelfde bij dans. We geven niet meer echte klassieke dans, we geven hedendaagse dans waarbij de klassieke technieken wel aan bod komen. Voor deeltijds kunstonderwijs kan je kiezen tussen een aantal richtingen, maar in Dilbeek hebben wij ervoor gekozen om niet langer klassieke dans te geven.”

Zijn er nog andere frappante evoluties?

Pieter: “Het is echt een opleiding geworden, wij horen, vanuit het ministerie, nu bij onderwijs. Sinds een paar jaar is er een decreet voor deeltijds kunstonderwijs. Voorheen was er geen wettelijke basis, maar wetgeving van het leerplichtonderwijs en de wetgeving zat in een aantal omzendbrieven.”

Welke gevolgen heeft dit?

Pieter: “Wij horen niet meer bij de hobbysfeer. Een voordeel was dat alle hobby’s stil lagen in de corona-tijd. Maar omdat wij bij onderwijs horen, konden wij met andere beperkingen vroeger terug aan de slag. Ook de ondersteuning van de overheid is heel anders, in cultuur wordt er vandaag heel veel beknibbeld, waarbij onderwijs er positieve zaken zijn uitgekomen en we eerder een positieve evolutie kennen op gebied van financiële ondersteuning.”

Hoeveel mensen werken er vandaag voor de academie, leerkrachten en alle andere ondersteunende diensten inbegrepen?  

Isabelle: “Dat zal ongeveer 60 mensen zijn, maar dat wisselt altijd een beetje. Vorig jaar hadden wij 1 leerkracht viool en toen hij op pensioen ging, konden we hem vervangen door twee leerkrachten. Maar gemiddeld werken hier tussen 55 en 60 mensen.”

Dat zal ook wel nodig zijn met zoveel leerlingen. Hoe verklaar je de populariteit van deze gemeentelijke academie?

Pieter: “Dat heeft ook te maken met de visibiliteit en de uitstraling van het gebouw, daar waar de academie voorheen wat weggestopt zat in het Westrandgebouw. De laatste 10 jaar zijn we ontzettend gestegen, het grootste deel schrijft natuurlijk wel in voor muziek. Dit jaar hadden we 1.419 inschrijvingen, waar dat in het Westrandgebouw rond de 700 leerlingen zat.”

Het gebouw is dus eigenlijk alweer te klein? 

Pieter: “Eigenlijk wel… Met een deel van beeldende kunst zijn we opnieuw richting Westrand getrokken. Dus naar de toekomst toe gaat er toch ooit moeten gekeken worden hoe we dit gaan oplossen. Bepaalde klassen zijn volzet. Sommige kinderen kiezen voor piano, gitaar of viool, omdat ze niets anders kennen.”

Doen jullie initiatieven om hier verandering in te brengen? 

Isabelle: “We organiseren jaarlijks de cultuurweek waarbij alle dagscholen worden uitgenodigd om workshops te komen volgen en waarbij alle instrumenten kunnen uitgeprobeerd worden. Op de laatste zaterdag van juni, organiseren we ook een cultuurmarkt waar we de instrumenten ook voorstellen, de instrumenten kunnen uitgeprobeerd worden en de ouders kunnen dan hun vragen stellen.”

Zijn er bekende leerlingen uit de academie voortgevloeid?

Pieter: “Ik ken er van de afgelopen 10 jaar toch al een aantal die uitgegroeid zijn tot beroepsmuzikant. Daar zijn we natuurlijk trots op.”

Ben je trots op de werking?

Pieter: “Natuurlijk. Er zijn altijd zaken die beter kunnen. Maar we zijn de laatste jaren aan het groeien, en we blijven groeien. Directeur mogen zijn van een academie met zo’n gebouw, dat geeft een enorme uitstraling.”

Is er een memorabel moment of anekdote die is blijven hangen? 

Marcel: “Ik heb er zoveel meegemaakt. Ik kan niet alle namen van ensembles of orkesten herinneren,  dat is een moeilijke keuze. Het orkest van de gidsen is minstens twee keer geweest en die konden amper op het podium. Dat vond ik wel jammer, dat de lokale fanfares en harmonieën hier weinig of niet zijn in meegegaan. Als we die hadden meegekregen, dan zat de zaal toch dubbel zo vol. Ik heb zodanig veel optredens gezien in mijn leven in Westrand. Een mooie herinnering voor mij was het Ballet van Vlaanderen die we een paar keer uitgenodigd hebben voor een bomvolle zaal.” 

Samenwerking Westrand 

In juni 2023 is het tienjarig bestaan gevierd van Dil’arte, dat wil zeggen dat de academie in 2013 verhuisd is naar het nieuwe gebouw. Hoe sta je zelf tegenover de huidige werking hier in Westrand? Je bent nog betrokken bij de werkgroep concerten, de afstand tussen de academie en het cultuurcentrum is een parking groter geworden bij manier van spreken. Hoe voel je je daar zelf bij als je dat zo beschouwt van op een afstand? 

Marcel: “Van op een afstand is letterlijk te nemen, want ik ben in 2006 verhuisd naar Heverlee, bij Leuven.  Die afstand heeft er voor gezorgd dat ik niet meer zo betrokken was bij de werking van de  academie. Ik werd nog wel een paar keer gevraagd voor de jury bij de examens. Maar dat is dan ook  verwaterd. Hetzelfde geldt over het contact met de leerkrachten en mijn oud-studenten die later leerkracht geworden zijn, heb ik amper nog gezien of gesproken. 

De laatste jaren heb ik alleen nog maar de concertcommissie en de concerten die ik volg in Westrand.  Je zou kunnen zeggen: uit het oog uit het hart. Ik heb ook geen speciale inspanningen gedaan om dat contact te blijven behouden. Ik ben in Leuven in een zeer boeiende gemeenschap  terechtgekomen met zeer cultureel-minded mensen en verenigingen. Ik ben ook aangesloten bij een lokale filmclub en ik heb hier meer dan werk genoeg. Ik heb geen tijd om met mijn duimen te draaien.” 

Hoe verloopt de samenwerking tussen Dil’arte en Westrand vandaag? 

Pieter: “Westrand biedt cultuur en wij onderwijzen cultuur. Het is interessant dat we zo dicht bij elkaar zitten. Als de leerlingen de parking oversteken, kunnen ze echte professionals zien en horen. Volgens mij, kan dit nog meer en beter. We kunnen wel promo maken over het aanbod en hen aanmoedigen om naar veel te komen kijken, maar we kunnen hen niet verplichten hé.

Het enige nadeel is dat die 100m toch een drempel is, en jammer dat we niet langer hetzelfde gebouw delen. Vroeger ging de klas samen naar het podium, en nu is de parking oversteken moeilijker.”

 

Programma 2023-2024

Ik wil graag nog even inzoomen op die werkgroep concerten en de concertprogrammering. Hoe is dit volgens jou door de loop van de jaren heen geëvolueerd op gebied van linken leggen tussen Westrand en de academie? 

Marcel: “Kort na de start van Westrand in 1973, is de concertcommissie opgericht en ik denk dat ik er van in het begin al bij was. In 1990, toen de nieuwe structuur in voege ging, hebben ze de klassen AMC (algemene muzikale cultuur) opgericht, dat is zo een mengelmoes van muzikale weetjes, een  beetje muziekgeschiedenis en ook een beetje muziektechniek. Ik heb de leerkrachten en de leerlingen toen kunnen warm maken  om minstens twee concerten per jaar bij te wonen aan een verminderde prijs.  Die leerlingen AMC namen dan de linkerhelft van de zaal in beslag. Achteraf is die traditie verloren gegaan maar ik ben wel fier dat ik dit toch uit de grond heb kunnen stampen.” 

Het doel was om het concertbezoek van de jongeren aan te moedigen, maar welk soort programma kozen jullie dan voor deze jongeren? 

Marcel: “We bekeken het programma aan het begin van het seizoen samen met de leerkrachten en kozen dan eerder voor ensembles die dan toch een beetje meer geschikt waren voor jongeren. Op een bepaald moment hadden we het inschrijvingsgeld voor de academie en beetje verhoogd zodat de leerlingen gratis naar alle concerten konden komen kijken. Ook voor de volwassenen hebben we een regeling uitgewerkt zodat ze een verminderd tarief konden genieten.“

Vanuit educatief oogpunt blijft het belangrijk om professionele mensen bezig zien op het podium. 

Marcel: “Ja uiteraard, en later bij het examen AMC werden soms vragen gesteld over het concertbezoek.” 

Westrand klinkt

Wat kunnen we ons voorstellen van de Play-in op 28 oktober onder de noemer Westrand klinkt? 

Pieter: “We nodigen alle muzikanten uit de ruime regio uit en ook alle leerlingen om één dag samen te komen repeteren en we koppelen daar een concertje aan vast. We doen dus een warme oproep naar fanfares, harmonieën en muzikanten uit Vlaams-Brabant, in samenwerking met Vlamo. We houden een aantal repetities in de voormiddag en werken toe naar een eindproduct onder leiding van dirigent Jan De Maeseneer, die dat vorig jaar ook heel goed heeft georganiseerd.”

Wat mag het publiek verwachten van het concert om 15u?

Pieter: “Dat is geen afgewerkt product, maar toch zeker dik in orde en representatief. Vorig jaar kwamen verschillende stijlen aan bod en was het een leuk concert van ongeveer 45 minuten.”

Bedankt voor het interview en we zien elkaar nog bij de concerten in Westrand. 

 

 

 

Oproep

Heb jij zelf leuke herinneringen aan de muziekacademie in het Westrandgebouw of van de bouw van Dil'arte. Heb je foto's of andere interessante documenten voor ons archief? 

Laat het dan weten aan kunsten@dilbeek.be